Je mag meelopen tot het stoplicht, of tot de eerst volgende tunnel.
Tot de derde straat rechts, tot de ingang van het park.
Tot bij het ziekenhuis, tot voorbij het ziekenhuis, tot aan mijn huisdeur.
Je mag meelopen tot in mijn kamer,
tot het glaasje van het een of ander,
tot ik mijn tanden heb gepoetst of tot het eerste ochtendlicht over de stoel met kleren valt.
Tot de bouwvakkers aan het werk gaan,
tot de school weer is begonnen,
de ambtenaren pauze houden de winkels zijn gesloten of tot de laatste stoptrein gaat.
Tot na het ontwaken maar voor het ontbijt,
tot na het ontbijt maar voor de lunch,
tot na de lunch maar voor het avondeten mag je meelopen.
Hagar Peeters, Netherlands